Op 7 januari verklaarde minister Jan Jambon in de commissie Veiligheid en Binnenlandse Zaken van het Parlement dat hij tegen eind januari “een nieuwe pensioenregeling voor de politie wil. Wij moeten tot een conclusie komen. De periode van onzekerheid moet worden afgesloten”, zo zei hij.

 

Nog volgens Jambon leidde de onderhandelingen met de politievakbonden in de voorbije maanden niet tot een oplossing. “Wij zijn enkele compromisvoorstellen aan het aftoetsen, nog steeds bilateraal. Ik wil die oefening tegen het einde van deze maand afronden, ofwel met een akkoord met de syndicale partners, ofwel niet”, verklaarde hij. Nog volgens de minister “is de zaak zeker niet hopeloos. Wij kunnen nog tot een akkoord met de syndicale partners komen, maar ik doe geen voorafname op het resultaat.” Die verklaringen vereisen toch enige toelichting. Immers , het grote pensioendebat moet nog beginnen.

Even recapituleren om te verduidelijken. Door het pensioenarrest van 10 juli 2014 bestaat de specifieke pensioenregeling voor het operationeel personeel niet meer. Voor hen geldt nu ook de pensioenregeling voor alle overheidsambtenaren. Dat betekent dat zij pas met pensioen kunnen gaan op 62 jaar (60 in geval van “lange” loopbaan).

Deze regering besliste de pensioenproblematiek bij de politie aan te pakken in 2 tijden. In een eerste tijd wordt er gepoogd om zo snel mogelijk twee overgangsmaatregelen uit te vaardigen. Die overgangsmaatregelen, die in het regeerakkoord al vrij nauwkeurig zijn omschreven, zullen bij benadering maar gelden voor maximaal 15% van het personeel. De eerste maatregel gaat over de herinvoering van de oude pensioenregeling voor diegenen die al hun pensioen hadden kunnen aanvragen toen het arrest viel. De tweede maatregel biedt de mogelijkheid om mits bepaalde voorwaarden, de komende 5 jaren nog op 58 jaar te kunnen stoppen met werken (door over te gaan in een vorm van betaalde nonactiviteit in afwachting van de pensionering). Het zijn de debatten over die overgangsregeling die de minister nu wil afronden.

In een tweede tijd dient voor alle andere 85 % van de operationele personeelsleden (dat zijn degenen die nog niet ten minste 85% van hun loopbaan achter de rug hebben en/of nog geen 53 jaar waren toen het arrest viel) die hoogstwaarschijnlijk buiten die overgangsmaatregelen vallen, een nieuw pensioenregime te komen. Wat hun pensioenleeftijd zal worden, weten we nog niet. Het grote debat over de pensioenhervorming en de pensioenleeftijden voor “zware beroepen” gaat dit jaar opgestart worden. De regering wil daar voldoende onderhandelingsruimte laten. Dergelijk debat, dat alle beroepssectoren omvat, dreigt wel wat tijd in beslag te nemen……

Inzake de overgangsregeling kunnen we kort zijn : voorlopig is er onvoldoende onderhandelingsruimte om globaal tot een eerbaar compromis te komen. Zodra die gesprekken in hun eindfase zijn aanbeland, komen we daar nog uitvoerig op terug.

Gert Cockx
Nationaal voorzitter

ATO-TOOL NSPV 2024

Uw diensturen bijhouden, gratis voor iedereen.
Download hier.