In het kader van de onderhandelingen die het gevolg zijn van de stakingsaanzegging neergelegd door de politionele syndicale organisaties in de zone Hauts-Pays, heeft de voorzitter voorgesteld aan de Minister van Binnenlandse Zaken om ter plaatse te komen en stil te staan bij de moeilijkheden waarmee de zone geconfronteerd wordt.

De Minister van Binnenlandse Zaken heeft deze uitnodiging aanvaard en heeft dit zelf uitgebreid naar een ontmoeting met de syndicale organisaties. Dank aan de overheden voor deze openheid van geest en de beschikbaarheid ten aanzien van de vertegenwoordigers van het personeel.

Van 15u tot 16u hebben wij dus diverse onderwerpen kunnen aankaarten bij de Minister.

Iedere syndicale organisatie heeft zijn ongerustheden kenbaar kunnen maken en de minister heeft vervolgens geantwoord op het geheel van de gestelde vragen.

Voor het NSPV, hierbij de twee vragen op dewelke de minister uitgenodigd werd te antwoorden.

1. Mr de Minister, het recente sociale conflict binnen de politiezone Hauts-Pays werd beëindigd door een onderhandeld sociaal akkoord, waar wij ons over verheugen. Het feit blijft dat deze episode meerdere onrustwekkende elementen naar voren bracht die wij terugvinden in andere politiezones. Onder hen, stellen we vast :

  • de financiële moeilijkheden van de gemeenten
  • de afwezigheid van een financieringswet van de politiezones
  • de federale dotatie gebaseerd op een oude norm van meer dan 15 jaar
  • de progressieve vermindering van effectieven (soms beneden de minimale norm)
  • de onophoudelijke verhoging van politie-activiteiten om de veiligheid van de bevolking te garanderen

Wat is uw visie aangaande de situatie van de politiezones ? Welke oplossingen (onderhandeld of opgelegd) zou u beogen zodat de politiezones de toekomst kunnen tegemoet zien onder de beste omstandigheden ?

2. Mr de Minister, sedert 10 juli 2014 (arrest van het GH met betrekking tot het pensioen van politieagenten), heeft de regering een reeks werken ondernomen betreffende de politie en de politieagenten. Heel recent nog, heeft u geantwoord aan Mr PIVIN in de kamer, dat er tegen eind 2016 een nieuw disciplinair statuut zou zijn bij de politie, terwijl er geen enkele onderhandeling met de syndicale organisaties over dit onderwerp lopende is of voorzien is. Tussen deze twee onderwerpen, zouden wij eveneens de functionele wedde kunnen plaatsen, de verlengingen van de carrières, vereenvoudiging en modernisering van het politiestatuut, herziening van de evaluatie (cfr akkoord van de regering van oktober 2014).

Tijdens een recente ontmoeting heeft u ons meegedeeld dat het beroep van politieagent in werkelijkheid kon gekwalificeerd worden als penibel en gevaarlijk.

  • Denkt u niet dat het nodig zou zijn om de politieagenten in vrede te laten en hun geesten vrij te maken van al deze permanente statutaire onzekerheden die de regering en de instellingen voor politiecarrières doen zweven, zodat ze zich volledig en onbezorgd zouden kunnen wijden aan hun roeping, namelijk in dienst staan van de bevolking ?
  • Deelt u deze zienswijze en kunnen we op u hopen om deze eventuele instemming vorm te geven ?

Antwoorden van de Minister op het geheel van de gestelde vragen:

Aangaande de financiering van de politiezones :

De KUL-norm zal niet herzien worden. Er zijn twee projecten die onder deze legislatuur zouden moeten toestaan om de politiezones te ondersteunen, de ANPR-cameras en de ontwikkeling van I-Police.
Bijna 1000 ANPR-camera’s zouden moeten geïnstalleerd worden in de komende maanden met een specifiek aandachtspunt, de franse grens. Het beheer van deze camera’s zou verzekerd moeten worden door de CIC die zich versterkt zou zien. (herinneren we ons hier dat het gemeenschappelijk front eveneens deze week een stakingsaanzegging onderhandeld heeft voor de CIC Henegauwen, sterk onderbemand ! )
Wat betreft I-police gaat het om ongeveer 110 Miljoen euro investeringen ten voordele van het geheel van de politie op het gebied van de modernisering van het beheer van de informatie en de ICT van de politie, die een eerste fase samenstelt in de realisatie van een politiefunctie geleid door de informatie.

Aangaande de fusies van de politiezones:

De Minister zal niet gaan, in deze legislatuur, naar enige beperking in deze materie. Enkel de aanmoedigingen tot fusies staan op het programma. Niettemin, indien de minister herverkozen zou worden en opnieuw de post van Minister van Binnenlandse Zaken zou innemen, zou hij de optie nemen om bepaalde zones te forceren tot een fusie. Het is niet coherent, volgens hem, om een minimale of maximale drempel voor het aantal politieagenten in een zone vast te stellen. Het probleem is veel complexer. Men moet de geografie analyseren, de bevolking, de economische en sociologische activiteit,… vooraleer de beperkingen en de samenstelling van een politiezone correct te kunnen vaststellen. Dit zal op zijn minst meer correct en wetenschappelijk zijn dan in 2001…..
De minister dringt dus aan, op dit moment, op de steun die de federale kan geven aan de lokale krachten op het gebied van fusie.

Aangaande het geldelijk statuut:

De minister zegt verbaasd te zijn over onze zorgen op het gebied van de functionele wedde. Volgens hem is er absoluut geen sprake van om « de premies » te verminderen maar wel om deze op te nemen in de wedde. Hij streeft dus enkel naar een vereenvoudiging, niet naar een bezuiniging.

Aangaande het disciplinair statuut:

Er blijft nog zes maand over, het is dus nog mogelijk te onderhandelen en te bereiken van een vereenvoudiging van de disciplinaire regels. De Minister heeft hier staat gemaakt van zijn vorige bevoegdheden als burgemeester. Hij vindt het abnormaal dat het de burgemeester is die gehouden is de procedure de finaliseren, terwijl hij er vaak niet veel van kent. Hij denkt dat de korpschef de meest aangewezen persoon is op dit gebied. Het NSPV heeft voorgesteld om de lessen van het verleden te onthouden. Vroeger voerde een disciplinaire raad (in eerste aanleg en niet in « beroep » zoals nu, in dewelke de syndicale organisaties zetelden) heel goed dit soort debatten.

Aangaande de eisenboeken van de syndicale organisaties:

De minister zegt gechoqueerd te zijn door de synthese van de eisenboeken die hem voorgesteld werden. Voor het NSPV, nodig ik u uit om deze door te lezen via de hiernavermelde link en zult u zich een idee kunnen geven wat een minister kan choqueren. Moeilijk om te geloven…
( http://snps.be/fr-fr/component/jdownloads/send/35-2016/275-snps-info-cahiers-de-revendications-2016 ) Het NSPV, in gemeenschappelijk front, weigert deel te nemen aan onderhandelingscomités en aan hoger overlegcomités zolang deze onderwerpen niet op het dagorde gezet worden van de diverse comités. Gedaan om enkel de punten van de overheid te bespreken !

Aangaande de ongelijkheden in uitrusting:

De minister is tussengekomen op dit punt naar aanleiding van de opmerking van een van de deelnemers die betreurde dat binnen eenzelfde geïntegreerde politie, men rode of gele signalisatiekledij terugvindt, dat de politievoertuigen half gestriped en zwart zijn,…
Voor de minister, men moet opnieuw een sterke federale aankoopcentrale creëren die tevens de behoeften van de politiezones ondersteunen. Hij heeft trouwens in deze zin instructies gegeven.
Op het gebied van ongelijkheden (outfits, uitrustingen,…) wenst de minister elk idee van singulariteit te vermijden en wenst terug te komen naar meer uniformiteit.

Aangaande de bewapening van politieagenten:

De minister zegt tevreden te zijn met de onderhandelde teksten. Hij is akkoord met de mogelijkheid tot het al dan niet aanvaarden van de mogelijkheid tot het dragen van een wapen voor de agenten op basis van het advies van de korpschef. Volgens hem dient enkel de risicoanalyse van de korpschef bepalend te zijn in deze materie. Men moet het eens zijn met deze beslissing, zelfs als in zone A een agent gewapend is en dat hij dat in buurzone B niet mag zijn.

Aangaande het systeem HYCAP:

De minister meent dat dit systeem geleefd en voorbijgestreefd is. Hij dringt aan op de twee richtingen van solidariteit (Federaal naar Lokaal en Lokaal naar Federaal)
Een werkgroep werd op punt gesteld en deze dient zijn besluiten over te maken ten laatste einde 2016.
De minister vindt het incoherent dat de federale vooraf een dienst betaalt die hem nooit volledig geleverd werd.

Besluiten

De toekomst van de politieagenten zal dus niet gespaard blijven van de aangekondigde hervormingen zoals functionele wedde, disciplinair statuut, fusie van de zones en andere.
De visie van de Minister is niet noodzakelijk negatief voor het personeel. Maar, wij zijn in België en, op het moment van het omzetten van het experiment Visie-Verwezenlijking,… zijn er soms verrassingen. Wij zullen dus het meest waakzaam zijn en wij verwachten de dossiers met een zelfverzekerdheid die ons kenmerkt. Vergeet ook niet Mr de Minister, dat de syndicale organisaties ook een visie hebben. Dus, afspraak aan de onderhandelingstafel ?

Men dient hier het joviale karakter van de ontmoeting te onderlijnen en de beschikbaarheid van de minister, zonder de goede ontvangst van de PZ Hauts-Pays te vergeten.

Pascal HIMPE
Permanent afgevaardigde